Eindelijk heb ik in mijn drukke bestaan als uitvaartondernemer de tijd gevonden om mijn haar te doen en naar de kapper te gaan. Terwijl de kapster met toewijding haar werk doet, komt er een schrikbeeld van mezelf als overledene in me op: het beeld dat ik met een lelijke uitgroei van mijn haar opgebaard lig.
Misschien ben ik tegen die tijd niet meer zo ijdel en is het probleem van uitgroei van grijze haren op het moment van overlijden onbelangrijk. Toch vind ik de gedachte dat mijn haar niet goed zit, terwijl mensen een laatste keer persoonlijk afscheid komen nemen, onverteerbaar.
Soms hoor ik dat van nabestaanden ook. Ze vertellen dan hoe het is om afscheid te nemen van een dierbare bij wie het haar niet in het juiste model is gebracht. Nabestaanden kunnen dat als heel onprettig ervaren.
Uitvaartverzorgers kunnen met een laatste verzorging van een overledene veel, maar soms niet alles. Denk bijvoorbeeld aan die altijd goed uitziende oudere dame met zorgvuldig gekapt haar die een langdurig ziekbed en Intensief medicijngebruik achter de rug heeft. Ze heeft op het moment van overlijden waarschijnlijk in lange tijd geen kapper gezien.
Met het schrikbeeld van mezelf met grijze uitgroei nog op mijn netvlies, besef ik hoe belangrijk het is om juist voor deze mevrouw mijn uiterste best te doen bij de laatste verzorging. Als eigenlijk een fris kleurtje nodig is, moeten we dat misschien wel gewoon in overleg met de familie doen. Als je haar maar goed zit. Woorden die opeens een diepere betekenis krijgen op deze donderdagochtend in de kappersstoel.
Ingrid Golsteijn is uitvaartverzorger bij afscheidshuis De Hoeskamer Sittard-Geleen.